Uit het experiment bleek dat een deel van CD14 zich in de cel bevond en niet naar het celmembraan was getransporteerd. Het aantal CD14 in cellen werd bepaald door specifieke ELISA-technologie. Er werd gevonden dat er ongeveer 7000 CD14-moleculen in elke neutrofiel zaten, terwijl het aantal in menselijke monocyten ongeveer 40-45.000 was. Antal et al schatten dat het aantal CD14-moleculen in elke monocyt 2,79 × 106 was. In neutrofielen bevindt CD14 zich in secretoire blaasjes en azurofiele korrels, maar niet in sommige specifieke korrels. In monocyten is CD14 redelijk verspreid in de cel en vertoont het zwakke korrels, waarvan de meeste zijn verdeeld in het perinucleaire gebied, gelijk aan het Golgi-complex, wat aangeeft dat CD14 wordt gesynthetiseerd en opgeslagen in het Golgi-complex.
Andere studies hebben ook aangetoond dat meer CD14 in menselijke leukocyten grote aggregaten vormen door niet-covalente binding, die zich bevinden in het microstructuurdomein van het plasmamembraan van 50-100 nm, en caveolae-structuren worden genoemd. Deze microcellulaire organellen zijn gecombineerd met het celplasmamembraan en de blaasjes bevatten veel GPI-verankerde eiwitten, die een belangrijke rol kunnen spelen bij de internalisatie en afschilfering van deze moleculen.